Internet of Things: Goede oude wijn in een betere verpakking!

Tekst: Pieter van Daal
De dag begin ik nog met een goed en rustig ontbijt. Dat geeft mij de tijd om de krant te scannen. Wat dat betreft heb ik een generatiekloof gedicht. Ik wacht niet meer tot de krantenjongen, voor dag en dauw, en door weer en wind geplaagd, de krant op mijn deurmat heeft laten ploffen. Ik lees de krant vanaf mijn tablet, een van mijn ‘things’ die de hele dag in mijn buurt zijn. Nu ik dit schrijf vermoed ik dat ik, toen ik overschakelde van papier naar digitaal, mijn krantenuitgever door het nietsvermoedend en te snel zetten van een vinkje de mogelijkheid heb gegeven inzicht te krijgen in wanneer ik de krant lees, in welke volgorde ik de artikelen doorneem en hoeveel tijd ik besteed aan een artikel. Handige informatie om ‘mijn krant’ te verbeteren. En meer betrouwbare informatie dan vroeger uit lezers-enquêtes kon worden gehaald.
Amper door het VNSG Magazine als gastredacteur uitgenodigd voor het themanummer ‘Internet of Things’ opende ik ‘s ochtends mijn elektronische krant en swapte door naar mijn favoriete rubriek ‘Aan de kant’. Een spits geschreven column, met humor, maar ook relativerend. De columnist vertelde over de aankoop van een nieuwe – smart – televisie. Het lezen van de handleiding over de mogelijkheden van de smart-tv leidde tot de conclusie: “Over interconnectiviteit en the Internet of Things wordt vaak op dezelfde ademloos/positieve toon gesproken als over het wereldwijde web toen dat aan zijn opmars begon”. De schrijver stelde ook ooit een blije gelovige te zijn geweest die dacht dat het internet de wereldvrede dichterbij zou brengen…… Hij besloot zijn column met een IoT scenario om zijn partner te overtuigen van zijn moderne aankoop: “Stel onze koelkast gaat kapot en we kopen een nieuwe die ook smart is. Dan kan ik op die televisie zien wat er allemaal in ligt, hoe vers het nog is en welke gerechten ik ermee kan bereiden”. Om door zijn partner met beide benen op de grond gezet te worden met de opmerking dat ze over een paar jaar voldoende tijd hebben om zelf in die koelkast te kijken en conclusies te trekken! De column illustreert, wat mij betreft, de ‘hype’ zweem die met name de afgelopen 2 jaar rond IoT gehangen is.
Het woord ‘hype’ suggereert dat we met iets voorbijgaands te maken hebben. Dat wil ik ten stelligste ontkennen. Wel stel ik vast dat IoT als iets nieuws wordt neergezet. En dat is het zeker niet, althans niet in de basis. Zomaar wat scenario’s uit de afgelopen decennia die nu als ‘nieuw’ onder de vlag van IoT gepresenteerd worden.

In de tweede helft van de vorige eeuw werden machines al uitgerust met sensoren om zo vroeg mogelijk te kunnen ontdekken dat er reparaties nodig waren om te voorkomen dat storingen tot grote volgschade en langdurig niet-beschikbaarheid van die machine zouden kunnen leiden. Trillingsmetingen van lagers zijn een goed voorbeeld. Speciale apparatuur vertaalde wat de sensoren voelden en voorspelden de toekomst van de machine middels een geprint verslag. Dat kon direct worden besproken met collega-technici of via de telefoon met de fabrikant van het lager. Dat laatste overigens pas na het verslag eerst per fax met die fabrikant gedeeld te hebben.
Een voorbeeld uit het begin van deze eeuw; in een ziekenhuis werden patiënten, artsen en verpleegkundigen, medische apparatuur en medicijnen uitgerust met RFID-chips. Met behulp van deze sensoren konden scenario’s worden ondersteund die moesten voorkomen dat patiënten verkeerde medicijnen kregen toegediend of niet daartoe bevoegde personen bepaalde medische apparatuur bedienden. De begrenzing van het scenario waren toentertijd de ziekenhuismuren. De huidige beleving van IoT is dat de hele wereld met elkaar verbonden is. Dat kan aan dit scenario worden toegevoegd. Wat te denken van de RFID die aan de patiënt gekoppeld is, altijd, overal. Onze zorgkosten zouden spectaculair kunnen dalen.
Een ander scenario van zo’n 10 jaar geleden en gezien bij een facilitaire dienstverlener die verantwoordelijk was voor het muizenvrij houden van een ziekenhuis. Op voor muizen populaire plekken werden muizenvallen gezet. Meerdere inspectierondes per dag langs alle vallen moesten er voor zorgen dat bij een dichtgeklapte val het muizenlijkje werd weggehaald en de val opnieuw gespannen. Veel vallen bleken tijdens die inspecties leeg en dus werden er sensoren op de vallen geplaatst. Bij het dichtklappen van een val kreeg de ‘muizenvanger van dienst’ een signaal. Het resultaat: Geen overbodige inspecties meer, altijd iets, en meestal een muis, in de val.
De geschetste scenario’s bewijzen dat er bij IoT sprake is van oude wijn. De nieuwe zakken waarin die wijn verpakt is maakt IoT tot de hype van nu. Connectivity via internettechnologie, de daarbij behorende standaardisatie en breedband data verbindingen, het kunnen verwerken van ‘big data’ tot bruikbare informatie, de prijs van sensoren, en het al standaard ingebouwd zijn van communicatiemogelijkheden in veel ‘things’ maken een eind aan de begrenzing van mogelijkheden.
De technologie is volwassen geworden. Dat is geen garantie dat nu elk IoT scenario positief bijdraagt aan een betere wereld. Hoe het inhoudelijk mis kan gaan met goedbedoelde IoT scenario’s werd onlangs door sportprofessor Vos in zijn intreerede aan de Technische Universiteit Eindhoven aan de orde gesteld. Hij deed onderzoek naar zogenaamde sportapps die aan de hand van trainingsdata van een sporter adviseren hoe de training veranderd moet worden om de prestaties te verbeteren. Wat bleek? De meeste sportapps hebben geen aandacht voor de gezondheid van de sporter. In plaats van het verbeteren van een prestatie blijken veel sporters door blessureleed af te moeten haken. De marketingboodschap, die alle partijen die een rol spelen of willen spelen bij het verder ontwikkelen van IoT ons willen doen geloven, wordt dus niet altijd waargemaakt!
Samenvattend is IoT een trein die al tientallen jaren geleden is vertrokken maar de afgelopen jaren steeds sneller is gaan rijden. De enige optie is meerijden in de wetenschap dat er ook stations worden aangedaan waar je liever niet wil zijn. Net als met de ‘hype’ internet, de trein die in de 90-er jaren van de vorige eeuw zijn reis begon. De tijd zal het leren!

Pieter van Daal